Vézère Canoeing

Nadat we een paar dagen aan het zwembad hadden liggen luieren en lezen, was het tijd weer eens wat actiefs te gaan doen. Het werd een dagje kanoën op de Vézère: een zijrivier van de Dordogne. Via kronkelweggetjes met het ene na het andere mooie huisje kwamen we bij het stadje Le Bugue, waar een enorme file stond. Er was een braderie gaande, en wij moesten er dwars doorheen (samen met nog honderden andere auto’s). Uiteindelijk kwamen we rond een uur of 11 aan bij de kanoverhuur. Daar was een Nederlander die ons uitleg gaf. Altijd handig! Het werden twee tweepersoonskano’s, en we konden meteen in het busje dat ons naar het vertrekpunt bracht. Daar moesten we in de kano’s gaan zitten en duwde de chauffeur ons het water in. Op de één of andere manier viel dat niet mee met de kano waar Hans en Paula inzaten. Waarschijnlijk was de ton met eten en drinken die wij bij ons hadden te zwaar. 😉

We hadden een tochtje van 13 km voor de boeg, en we moesten eerst even uitvinden hoe de kano werkte: de achterste had een dubbele peddel om mee bij te sturen, en de voorste had een enkele peddel met handvat. Met Hans en Jasper als stuurmannen hadden we al gauw de slag te pakken. Dat gold niet voor een boot met Engelsen die we onderweg tegenkwamen: allebei aan de linkerkant peddelen, en dan wisselen en allebei aan de rechterkant peddelen om terug te draaien. Ze hadden al meer dan een volledige cirkel gedraaid toen wij ze inhaalden. Hahahaha.

Onderweg hebben we nog even aangelegd om wat te eten en te drinken. Heel jammer dat we onze telefoons niet mee hadden genomen: we hebben geen foto’s kunnen maken. Omdat we een ton kregen voor onze spullen, hadden we ze eigenlijk best mee kunnen nemen. Maar dat is dan weer iets voor de volgende keer.

Wouter wilde ook wel een poosje sturen. Helaas ging dat net zo als met het karten: van links naar rechts over het water en steeds moeten corrigeren. Dat zal wel erg vermoeiend zijn geweest, want op een gegeven moment gingen ze toch maar weer terug wisselen.

Onderweg hebben we heel veel grotten in de bergwanden gezien. Sommigen waren onbereikbaar, anderen zagen zwart van de toeristen. Ook een kerkje uit de tijd van de Tempeliers was half in de rotswand uitgehakt en half opgebouwd. Erg mooi om dit vanaf het water te kunnen zien. Deze route is echt een aanrader!

Na tien kilometer hadden we er eigenlijk wel genoeg van, terwijl we nog drie kilometer verder moesten. De verzuring begon zijn werk te doen in onze armspieren, en we kregen nog wat wind tegen ook. Het weer was wel fantatsisch: niet te warm, niet te koud, en net licht bewolkt zodat we geen zonnebrandcrème nodig hadden.

Bij de aanlagplek lieten we onze kano’s aan land varen. De voorste ging eruit, trok hem verder op de kant zodat de achterste ook uit kon stappen. De jongeman die er stond vroeg ons de peddels in te leveren. Hij zou wel voor de kano’s zorgen. Dat vonden wij prima!. Na een lekkere Magnum gingen we weer naar huis, maar dan niet via Le Bugue deze keer.

Thuis gauw het zwembad open, en nog even dobberen, want inmiddels was het wel lekker weer. Nu is het tijd om te stoppen met het typen van deze blog, want mijn armen doen teveel pijn om ze boven het toetsenbord te houden. Dat wordt wat morgen!