Yellowstone National Park (1)

We wisten dat het een lange rit zou worden vandaag (minimaal 4 uur), dus zijn we vroeg vertrokken. We zouden vanuit Cody rechtstreeks naar het westen kunnen rijden, maar daar waren bosbranden, en de route naar de noordoostelijke ingang bij Cooke City zou heel mooi zijn. Die hebben we dus maar genomen. En mooi was het met de scenic route die ernaar toe liep!

In Yellowstone zagen we al gauw weer bizons. En meer bizons, en nog meer bizons. Hele vlakten met bizons die ook regelmatig voor ons de weg overstaken. Na de bizons ging het regenen, dus hebben we lekker vanuit de auto rondgekeken. Het plan was om bij Tower Fall naar de waterval te kijken. Laat het nou net op dat moment zonnig en droog zijn. 🙂

Wat een bofkonten zijn we! We konden van boven op de waterval kijken, wat een prachtig uitzicht was. De jongens ontdekten een pad dat naar beneden liep en tja, na zo’n lange rit is het niet verkeerd even een wandelingetje te doen. Alleen ging dat wandelingetje best steil naar beneden en dan weet je dat je ook weer naar boven moet. Op het mooie uitzichtpunt waar het pad ophield en waar je verder kon door over de rotsblokken te klauteren, zijn Hans en Paula dus maar gestopt. Jasper en Wouter moesten natuurlijk nog even steentjes in de rivier gaan gooien. Na de lange klim naar boven stapten we weer in de auto en ging het weer regenen. 😉 Vanuit de auto hebben we nog wat hertachtigen gezien, en geisers.

Het dorpje West Yellowstone is super toeristisch, en helemaal ingesteld op Aziatische bezoekers. Er zijn 2 Chinese restaurants en er komen busladingen mensen met grote camera’s aan. Onze kamer is supergroot: 2 Queen bedden (een verademing na de afgelopen nachten in Cody) en een 3 zits-uitklapbank met ruimte ernaast. Er staat wel een bordje met de bedragen die ze in rekening brengen als iets weg is: wekker $25.00, kussen $25.00, koffiezetapparaat $50.00 en zo door tot strijkijzer en strijkplank $30.00. Ehhh strijkplank? Dat is ook echt iets om in je koffer te stoppen en mee naar huis te nemen. Omdat er geen in onze kamer stond, hebben we dat toch maar even gemeld. Ze vertelden dat ze alle strijkplanken uit de kamers gehaald hadden, omdat ze zoveel gestolen werden. Rare jongens die toeristen…

Schuin tegenover het hotel hebben we een lekkere hamburger en pizza gegeten. Goed genoeg om morgen weer te gaan. 😀

Morgen doen we nog een rondje Yellowstone, en gaan we de grote waterval en de geisers van dichtbij bekijken.

Welterusten…

Foto’s in het album USA 2016

Buffalo Bill Center of the West

Er stond maar Ă©Ă©n ding op het programma vandaag: het museum Buffalo Bill Center of the West. Er was ons al verteld dat dit niet Ă©Ă©n, maar eigenlijk 5 musea zijn. Dat klopt: Natural history museum, Buffalo Bill museum, Plains Indian museum, Western art museum en Firearms museum. We hebben het rondje dan ook in deze volgorde gelopen, te beginnen bij de Natural history. Aangezien het museum pas in 2012 geopend is, waren het mooie, interactieve tentoonstellingen, met knoppen en filmpjes om je op alle mogelijke manieren bezig te houden. Het begon met de dieren boven in de bergen, en we kwamen steeds een niveau lager met de beesten die in de bossen wonen, op de prairy, of de fossielen die in de grond gevonden zijn. We hebben dus veel fossielen en opgezette beesten gezien. Ik wist eigenlijk niet dat een grizzly er zo lief uitziet. Net een teddy. Maar mochten we er morgen in Yellowstone Park tegenkomen, dan blijven we voor de zekerheid toch maar op afstand. 😉

IMG_20160806_115459

Van het laagste niveau ging het over in het Buffalo Bill museum. Hij was hier een belangrijk persoon, omdat hij mede verantwoordelijk was voor de oprichting van het stadje Cody. De echte naam van Buffalo Bill was eigenlijk William Frederic Cody. Hij heeft hier een hotel gebouwd dat hij noemde naar zijn dochter: Irma. Dat hotel staat er nog steeds. Hij was een verkenner in het leger, heeft veel indianen vermoord, heeft ladingen bizons gedood maar was vooral beroemd om zijn voorstellingen met acts uit het Wilde westen waarmee hij heel Amerika en Europa (behalve Nederland) doortrok. Dat waren spectaculaire aangelegenheden met 20.000 toeschouwers per voorstelling. Bij het verlaten van dit deel van het museum was een apparaat dat bijna onzichtbare stoom maakte, waarop een pratende Buffalo Bill geprojecteerd werd. Mooi!

Hierna gingen we het Indianen gedeelte in. We hebben er al wat van gezien, maar de pracht en praal maakt elke keer weer indruk. Zoveel mooie kleuren in de dekens en kleren, en zo’n mooi kralenwerk. Wat echter nergens te vinden is, is hoe ze die pietepeuterig kleine kraaltjes maakten. Jammer! In ieder geval hebben we weer wel geleerd dat ze eerst zonder pijlpunt, of met punten van steen jaagden. Pas na contact met de Europeanen maakten ze pijlpunten van ijzer. Ze maakten die van hoepels. Wij denken dat ze hier de ijzeren banden om een ton bedoelen. Paarden waren niet inheems in Amerika. Nadat er een stel ontsnapt waren, zijn ze zichzelf gaan vermeerderen in het wild en hebben de Indianen ze gevangen om af te richten. Honden zijn er wel altijd geweest. Die werden ook ingezet om lasten te dragen/slepen.

In een buitengedeelte stond een groot standbeeld van indianen. Daarachter was een kooi met een echte, levende adelaar. Deze was gewond aan een vleugel. Hij zou nooit meer kunnen vliegen, dus heeft het museum toestemming gekregen hem te houden. Hij is nog maar 3 jaar oud en de karakteristieke witte kop en zwart lijf komen pas later. Hij is nu een beetje mottig…

We zijn maar met een grote boog om het kunst-deel heen gelopen. Bij de fireams kon je voor een paar dollar doelschieten. Dat moesten de mannen natuurlijk proberen. Eerst de jongens (mis, mis en nog eens mis van de 15 schoten), daarna schoot Hans alles raak. Daarna was het een tentoonstelling van geweren, geweren, pistolen, revolvers en nog meer geweren. Dui-zen-den. Niet normaal meer. Ze waren tentoon gesteld naar fabrikant, en later per tijdsperiode. Het was mooi gedaan, maar voor mij zien ze er allemaal hetzelfde uit, dus daar hoefden we ook geen uren aan te besteden. Natuurlijk moesten de mannen nog een keer schieten en nu ging het een stuk beter: Jasper had alle 15 schoten goed. “Ja maar Ik was wel sneller!” hoor ik Hans hier op de achtergrond zeggen. 😀

Natuurlijk hebben we terug in het hotel nog een poos lekker gezwommen. We pakken morgen de noordelijke route langs Cooke City om Yellowstone in te rijden. Daar schijnt op dit moment een grote kudde bizons te zitten en ten westen van ons is een bosbrand. De wegen zijn niet afgesloten, maar de man aan de hotelbalie zei dat je daar wel last van de rook kunt hebben. Morgen dus Yellowstone National Park in. Zin in!

Cody

Vanochtend waren we ons om 9 uur aan het klaarmaken voor het ontbijt, toen Housekeeping al op de deur klopte. Beetje te vroeg.

Om 10 uur zaten we in de auto, op weg om de scenic route door de Big Horn Mountains te nemen. Echt prachtig! Met een hoop haarspeldbochten steil naar boven tussen de rotsen en bomen door. Het gekke is, dat het eenmaal boven nagenoeg vlak was. Je ziet wat gezellige, grazige hobbitheuvels met lieflijke koetjes. Op een gegeven moment reden we over een wildrooster, en daarachter liepen de koeien gewoon los.

We vroegen ons af of het zo vlak zou blijven tot aan Cody, maar natuurlijk moesten we aan de andere kant weer naar beneden. Daar waren ook weer wat mee bomen. Bij een stopplek lazen we dat daar in de vijftiger jaren een orkaan had huisgehouden. Dat was te zien aan een spoor van kale plekken. Op de vlakke stukken waren de omgeknapte bomen opgeruimd wegens brandgevaar. Op de steilere stukken zag je ze nog als mikado op de hellingen liggen. De natuur was zich aan het herstellen, maar dat ging niet zo snel. Er waren ook afgebrande stukken, en stukken bos waar een kever zich aan tegoed had gedaan. Die kever kruipt onder de bast, en de larven doen zich daar te goed aan de sappen van de boom. Een gezonde boom kan daar wel tegen, maar een oude boom, of een boom die te lijden heeft gehad van bijvoorbeeld droogte, gaat dood.

Afijn, we gingen naar beneden naast een idyllisch riviertje. Dat in combinatie met de strakblauwe lucht en de rode rotsen was echt op en top genieten.

Na de bergen moesten we weer een heel stuk door saai, dor en droog landschap rijden tot aan Cody. In het hotel deden ze moeilijk omdat er maar Ă©Ă©n kamer geboekt was. De vraag was of we niet toch 2 kamers wilden. Aangezien dit een best luxe (duur) hotel is, wilden we dat niet. Na veel moeilijk kijken, konden we dan een opklapbed krijgen. Jongens chagrijnig… De kamer was echter nog niet klaar, dus gingen we lekker een poosje zwemmen. Het zonnetje wilde wel branden, dus toen we het idee hadden dat we wel erg snel verkleurden, gingen we maar eens kijken of de kamer klaar was. En wat bleek? We hebben gewoon 2 bedden! Wel wat smal (1,30m) maar dat redden we wel. Later kwam er nog iemand met een opklapbed waar eigenlijk helemaal geen plek voor is, dus die hebben we maar weer weggestuurd.

Na een heerlijk broodje Subway gingen we naar de rodeo. We hadden in het hotel de tip gekregen om de achterste tribune te pakken, omdat je daar rugsteun hebt, en ook in de hokjes kan kijken waar de cowboys op de stieren klaar gaan zitten. Dat was een gouden tip! De rodeo werd aan elkaar gepraat door een clown in de arena, en een commentator in een hokje boven ons. Er waren veel meer onderdelen dan op een stier zitten. Als eerste kwamen showgirls met vlaggen de arena in om ons op te warmen. Vervolgens werd er gebeden. Want “The Lord was al verbannen uit de scholen en de regering, dus moesten we laten zien dat hij niet uit onze harten weg te krijgen is”. Natuurlijk werd dit gevolgd door een rondje met een wapperende Stars and Stripes en het volkslied.

Daarna cowgirls op een paard die allerlei figuren draafden. In een cirkel, achter elkaar, door elkaar heen etc. Hierna begon het echte werk: Cowboys op een wild paard. Sommigen werden er al heel snel afgegooid, anderen hielden het wat langer uit.

Vervolgens lassowerpen: Een kalf werd losgelaten en een cowboy moest het met een lasso vangen, handmatig op de grond gooien en zijn poten vastbinden. Ontzettend knap hoe ze dat deden, maar ergens ook heel leuk als het kalf de overkant van de arena bereikt had vóór hij gevangen was, want dan had de cowboy verloren. In de categorie dames moest het kalf alleen met de lasso gevangen worden en liet de lasso meteen daarna los van het zadel. Iets diervriendelijker.

Dan het echte bull-rijden: De stieren zaten onder ons in kooien. De cowboys met helm en rug- en borstbescherming gingen er heel voorzichtig op zitten. Ze moesten minstens 8 seconden blijven zitten. De tijd speelde een rol, maar ook hoe ze zaten en hoe wild de stier bokte. Er was een knulletje van 15 jaar die hier al aan mee deed…

Vervolgens mochten alle kinderen onder de 12 in de arena komen. Er werden 2 kalfjes losgelaten met een lint eraan. Degenen die het lint van een kalf wist te halen, wonnen een prijs. Daarna zei de commentator dat ze snel uit de arena moesten, want ze gingen een stier loslaten… Grapje! (Maar de kinderen waren heel snel aan de kant).

De volgorde ben ik een beetje kwijt, maar er moesten nog kalfjes gevangen worden door 2 cowboys: eentje om de horens en eentje om de achterbenen, en er waren dames die figuren reden op tijd. Er waren ook meisjes onder de 12 die hetzelfde deden. Dat was aan de ene kant erg schattig, en aan de andere kant konden die paardrijden om jaloers op te zijn!

Ook was er een vlaggenparade met de vlaggen van de sponsors. Ik denk dat we een maand nodig zouden hebben om in al die restaurants te gaan eten. Sowieso werd er steeds reclame gemaakt voor de lipstick die in de souvenirwinkel in de aanbieding was, en de hoody’s met korting etc.

Alles werd zoals gezegd aan elkaar gepraat door een clown, die dansjes deed, zich in een opblaas-ballerina-pak hees, en grapjes maakte. Bij de laatste ronde bull-riding had hij het taai: Er was een stier die echt niet wilde. Die ging steeds liggen, zodat ze er niet op konden gaan zitten. Al die tijd moest het publiek vermaakt worden natuurlijk. Heel grappig! Die ene stier wilde echt niet, en de andere stieren van deze laaste ronde waren door het dolle heen: geen enkele cowboy bleef 8 seconden zitten. We hebben dus heel wat mooie valpartijen gezien.

Al met al een geweldige avond! Foto’s volgen morgen, want inmiddels is het al half 12. Tijd om te gaan slapen!

Devils Tower

Na 3 overnachtingen zijn we gisteren vertrokken uit Custer. Dat betekende alles weer netjes inpakken zodat ook alles weer in de auto kon. Via een mooie rit door de Black Hills kwamen we in Deadwood aan, voor sommigen misschien bekend van de gelijknamige TV-serie. Via de oude hoofdstraat reden we naar het Days of ’76 museum. Het jaar 1876 is het jaar waarin de goudskoorts losbarste en de eerste gelukszoekers zich settelde in Deadwood. Sinds 1924 wordt het ontstaan van het dorp jaarlijks gevierd. In het museum is deze viering door de jaren heen te bewonderen. Ook de geschiedenis en het ontstaan van het dorp komen hierbij aan bod. Tot slot is er een verzameling stage coaches (koetsen) te bewonderen. EĂ©n daarvan leek verdacht veel op de Playmobil postkoets die Paula vroeger had :).

Na het museum reden we de Black Hills uit op weg naar het hotel in Spearfish. Hier hadden we weer een buitenbad, maar helaas was het weer wat wisselvallig en begon het zelfs ook nog (in de verte) te onweren. Maar nadat we hadden gegeten bij de plaatselijke Mac klaarde het weer op waarna we toch maar weer richting zwembad gingen.

Het zwembad, althans de stoelen rond het zwembad, was inmiddels gevuld met motorrijdende hotelgasten die allemaal hun eigen bier hadden meegenomen en hier inmiddels ook al het nodige van hadden gedronken. Hardstikke gezellig dus! Na nog wat te hebben gezwommen was het tijd om af te drogen. Helaas was het toen al behoorlijk afgekoeld en waren er ook geen handdoeken meer. Dan maar druppend en bibberend snel naar de kamer en onder de douche. Omdat het al wat later was, kwam het er dus niet meer van om een verhaaltje te schrijven. 😉

Vanmorgen stond de rit naar Buffalo op het programma, met een tussenstop bij Devils Tower National Monument. Deze toren is een overblijfsel van een vulkaan, met heel karakteristieke verticale lijnen. Van grootte afstand is deze “berg” al te zien. Eenmaal bij de poort aangekomen bleek er al een flinke rij te staan, maar die werd achter ons al snel groter. De grootste drukte waren we dus net voor. Ook hier heel veel motoren die stuk voor stuk entree moesten betalen. Dat zorgde dus voor de nodige oponthoud.

Onderweg naar het Visitor Center kwamen we langs een weiland vol met prairiehondjes, maar omdat dat aan de andere kant van de weg was, besloten we om op de terugweg hier even te stoppen. Bij het Visitor Center konden we de auto mooi in de schaduw onder de bomen zetten. Rond de berg loopt een pad van ca 2 km, zodat de berg aan alle kanten bekeken kan worden. Dat leek ons wel een goed plan. Dus niet… halverwege stond er een bordje dat de weg was afgesloten ivm onderhoud. Omdraaien en terug dus! Grrr. Maar onderweg wel mooie foto’s gemaakt, en kwamen we er ook achter dat een stel mafketels (anders kan ik ze niet noemen) de berg aan het beklimmen waren.

Enfin, na bij de auto geluncht te hebben, zijn we, na een tussenstop bij het weiland vol prairiehondjes, doorgereden naar Buffalo. Onderweg doemden in de verte de bergen van het Bighorn National Forest al op. Dat wordt weer een mooie rit morgen.

Vlak bij het hotel was een restaurant, en waar anders dan in Buffalo moet je bizon vlees proeven. Hans koos dus voor een Buffalo Sirloin Steak en Paula en de boys kozen voor BBQ Ribs. En omdat we lopend waren er maar een biertje bij genomen. Lekker hoor! 🙂

Foto’s in het album USA 2016

Crazy Horse memorial

Het zou prachtig weer zijn vandaag, maar het begon erg bewolkt. We gingen dus heel er op ons gemak richting Crazy Horse Memorial. Vanuit de verte zagen we het al liggen: Een berg met het gezicht van een Indiaan. In het visitor center kregen we een documentaire te zien over de oorsprong en de bouw van dit enorme monument. In 1939 verzocht Lakota Chief Henry Standing Bear de van oorsprong Poolse beeldhouwer Korczack Ziolkowski een monument te maken, omdat niet alleen de blanken goede presidenten hadden, maar ook de Indianen hadden goede opperhoofden gehad. Crazy Horse was onder andere bekend van de veldslag bij Little Big Horn, waar de Indianen zegevierden ten koste van heel veel mensenlevens aan beide kanten.

Het werk begon in 1948 en is nog lang niet klaar: er is nu een gezicht, maar de torso met armen, been en de voorkant van het paard moeten nog helemaal uitgehakt worden. Gezien het feit dat de vier koppen van Mount Rushmore met gemak in het hoofd van de Indiaan passen, is het duidelijk hoe enorm dit monument is en nog zal worden. Het project behelst meer dan het beeldhouwwerk alleen: er moet een Native American Cultural Center komen, een universiteit en een ziekenhuis. Dit alles moet gefinancierd worden uit particuliere giften, zonder inmenging van de overheid. Sommige dingen zijn al (gedeeltelijk) gerealiseerd, andere dingen zijn nog toekomst.

IMG_20160802_125433

In ieder geval heeft Hans het project nog wat gesponsord door een boek te kopen. Om nou geld te betalen om een kei van de ontploffingen mee naar huis te sjouwen, vonden we te ver gaan. Dat niet iedereen er zo over dacht, was te zien aan de berg Aziaten die zich daar verdrong. 🙂

Terug in het hotel hebben we even een broodje gegeten, en daarna zijn we naar Legion Lake gegaan om een rondje te lopen. Prachtig! Het was inmiddels weer zonnig en lekker warm, dus het zwembad is ook weer bezocht.

Aan de overkant van het hotel hadden we de keuze uit 2 restaurants. Ondanks dat Paula het er een beetje armoedig uit vond zien, werd het de Captains Table. Van binnen was het voor Amerikaanse maatstaven juist erg chique. Het enige probleem was dat er allerlei soorten steak en vis waren, en niet veel anders. Paula nam dus maar de enige andere optie: een hamburger. Dat was een droog broodje met hamburger, een blad ijsbergsla, een plak tomaat en wat rauwe ui. Niks geen kaas of saus. Gortdroog. En de mannen maar sappige, enorme steak en prime rib smullen… grrr! Na het eten hebben we lekker een ommetje door het dorp gedaan. Morgen naar Deadwood!

 

Mount Rushmore

Vandaag gingen we op weg naar Mount Rushmore via een scenic route door Custer Park en de Black Hills. Een kronkelweg voerde ons naar boven. Op een gegeven moment reden we door een tunneltje, en van daaruit hadden we prachtig zicht op de koppen van Mount Rushmore. Het was lastig fotograferen, want de tunnel was scherp, en de uitgang zwaar overbelicht. Er zat een auto achter ons, en een auto vóór ons wilde ook de tunnel door. Afijn, ik heb geknipt, en we zullen zo meteen wel zien of de foto gelukt is.

De weg voerde ons steeds verder naar boven, en op een gegeven moment konden we op de navigatie zo ongeveer niet meer zien hoe we moesten omdat het een wirwar van haarspeldbochten was. Uiteindelijk waren we boven, en daar konden we parkeren en op ons gemakje van het uitzicht genieten. Wow! Ook hadden we al zicht op Mount Rushmore, al was dat nog een heel eind weg.

SAM_4692

Daarna naar beneden. Weer via haarspeldbochten, en nu zelfs met cirkels, tunnels en bruggetjes die over elkaar heen liepen. Het is maar goed dat deze weg alleen in de zomer open is: veel te steil en gevaarlijk anders!

Bij Mount Rushmore zelfs even in de rij voor de toegang. Voor Nederlandse normen heel apart: je betaalt per voertuig, en niet per persoon. Wel zo gemakkelijk eigenlijk. Maar goed, we konden lekker in de schaduw onder het parkeerdek parkeren, en dan naar boven lopen. Elke keer weer een nieuw uitzicht: een boog met tekst, de Avenue of Flags (alle staten waren vertegenwoordigd met de datum van aansluiting bij de US), weer tekst, een terras (nou ja, zo noemen ze het, maar er waren geen tafels of stoelen, noch drinken), en een amfitheater aan de voet van de berg. Van daar konden we een rondje lopen langs de onderkant van de koppen, zodat we ze vanuit alle hoeken goed in de neusgaten konden kijken. Zo kwamen we ook langs de werkplaats waar een maquette (+/- 5 m hoog) van het originele ontwerp stond. Daar was te zien dat het originele ontwerp volledige busten bevatte, inclusief armen. Door tijd- en geldgebrek zijn ze bij de kraag gestopt.

De terugweg van de wandeling moesten we trap op. Best zwaar in de hitte en de grotere hoogte dan thuis. Dus hadden we wel een ijsje verdiend. Een softijsje van 5 dollar… Volgens Jasper leren ze bij economie dat dit een AFZETmarkt is. Uiteindelijk viel het mee, want de toren aan ijs was 3x zo groot als thuis. Dat was dus meteen lunch. 🙂

Toen we terug liepen naar de auto begon de lucht te betrekken, en zodra we in de auto zaten, vielen de eerste druppels. Wat boffen wij dat we alles met een strakblauwe lucht hebben mogen aanschouwen! Door het weer hadden we niet veel zin meer om Crazy Horse te bekijken. Dat bewaren we dan maar tot morgen. Er moest nog was gedaan worden, en de mannen gingen minigolfen. Tja, ieder zijn ding, zullen we maar zeggen.

Daarna nog even zwemmen, waar we heel gezellig met een Amerikaans gezin hebben zitten kletsen. Douchen, Subway en zoals te doen gebruikelijk een verhaaltje schrijven maken de dag weer compleet. 😉

Meer foto’s…

Tatanka

De dag begon weer met een flinke rit door het goudgele grasland. Dat gras werd steeds groener naarmate we dichter bij de staat South Dakota kwamen. Ook zagen we steeds meer bomen onderweg. Op een gegeven moment kwamen we bij het bord Black Hills National Forest, onze bestemming voor de komende dagen, en dat was een mooi plekje voor de lunch. Even na 12 uur waren we al in Custer; te vroeg om in te checken in het hotel. Dus zijn we informatie gaan halen in het Visitor Center. Daar was een lief, oud vrouwtje dat heel behulpzaam was. We kregen een kaart, en ze gaf ons de tip vanmiddag via de Needles Highway en dan de Wildlife Loop Road te rijden. Mount Rushmore kunnen we blijkbaar het beste ‘s ochtends doen, omdat we dan de zon in de rug hebben als we de eerste blik op de koppen kunnen werpen. Ze vroeg waar we vandaan kwamen, en we mochten een speld prikken in de kaart van Europa. Daar zaten al heel wat spelden in, en elk jaar wordt er een nieuwe kaart opgehangen.

We hebben het advies maar opgevolgd, en zijn naar de Needles highway gereden. Via Sylvan Lake kwamen we op een smalle kronkelweg (niet geschikt voor campers of andere grote gevaartes). We reden door prachtige open dennenbossen, maar de naam Needles slaat op de rotsen. Die zijn verticaal uitgesleten en soms zo dun en scherp dat het net naalden zijn. We zijn 2x door een smal tunneltje gereden waar maar 1 auto tegelijk door kon. Bij het ingaan van de tunnel dus eerst even kijken of deze vrij was! Vanuit de tunnel hadden we al prachtig uitzicht op alles wat daarachter lag.

Na deze prachtige rit gingen we naar het dit voorjaar pas geopende nieuwe Visitor Center van Custer State Park. Daar was een plattegrond waarop je kon zien waar de bisons zich op dat moment ongeveer bevonden. Er was ook een film over het park en alles wat er te zien was. De verteller begon, en Hans had meteen zoiets van: “Dat is de stem van Dances with Wolves“. En bij de aftiteling bleek het inderdaad Kevin Costner te zijn. De indianen noemden de bisons “tatanka”, en dat woord kwam in de film dan ook vaak terug.

SAM_4657

Op zoek naar de bisons gingen we de Wildlife Loop Road op. Een mooie weg door de heuvelachtige graslanden. Pas na een hele poos zagen we erg in de verte een kudde bisons. Eigenlijk waren we best wel teleurgesteld… Een eind verderop spotte Paula aan de rechterkant wat antilopes, tot Wouter zei: “Nee, moet je links eens kijken!” En daar lagen 2 bisons op nog geen 100 m afstand. Prachtig, wij ook weer blij. Een heel stuk verder bleek een kudde zich links net naast de weg te bevinden, en rechts waren wat drinkpoelen, dus ze staken tussen de auto’s door over. Op nog geen 15 meter afstand konden we mooie foto’s maken, en daarna kwamen er nog een paar grote joekels vlak achter onze auto langs. Het geluid dat ze maakten is ook erg indrukwekkend!

Een eind verderop in het park stond er nog een ezeltje te wachten om gevoerd te worden. Hans vond dat maar niks, want ezels kent hij al genoeg 😉

Tegen vieren waren we in het hotel, en best wel moe van alle indrukken en de lange rit. Dus maar gauw het zwembad en de gloeiende, gloeiende, gloeiende hottub ingedoken. Het zwembad was binnen, maar er was wel een deur naar buiten om te zonnen. Toen Hans en Jasper gingen douchen, bleven Wouter en Paula nog even zwemmen en buiten opdrogen. Ze waren zo slim om de keycard van de kamer mee te nemen voor het geval de deur achter hen in het slot viel. Tja, in die deur moest blijkbaar een doodgewone sleutel ipv een keycard… Wouter kon dus in zijn zwembroek omlopen om vanuit het zwembad de deur open te doen. 🙂

Na het zwemmen nog even een broodje bij de Subway, en een verhaaltje schrijven natuurlijk. De komende 2 dagen verblijven we in hetzelfde hotel en hebben we dus alle tijd om de omgeving te verkennen. Op het programma staan oa nog meer Custer State Park, Mount Rushmore en Crazy Horse Memorial.

Meer foto’s…

Zij die u vervelen groeten u!