St. Augustine

De dag begon goed met wafels als ontbijt en werd nog beter met Shop ’till you Drop. 🙂 🙂 Er zit een supergroot fabrieks-outletcentrum aan de andere kant van de snelweg. We reden er met de auto op, en moesten toevallig helemaal aan het andere eind zijn. Het centrum bestaat uit ongeveer een kilometer aan winkels naast elkaar!  Eerst de Nike-store in voor Hans. Een aantal shirts later de Adidas-store in voor Paula. Een aantal shirts en een trainingspak voor Paula later wilden de kids ook nog maar weer een paar shirts erbij. Ik vrees dat we voor de terugweg een extra koffer nodig hebben… 😀

Daarna hebben we het Spaanse fort Castillo de San Marcos bezocht. Dat was eigenlijk te warm om er echt van te kunnen genieten. In elk geval is Florida meerdere keren van eigenaar gewisseld. Vooral de Engelsen en Spanje hebben over en weer landje-pik gespeeld. Het fort was het eerst van hout en nadat de Engelsen het fort en het plaatsje volledig afgebrand hadden, is er een stenen fort voor in de plaats gebouwd.

We hebben geluncht in een soort piratenboomhut. Je kon beneden eten, maar ook met een trap naar boven. Deze ruimte was deels open en deels overdekt, en geheel op en rond een enorme boom gebouwd. Leuk om in de stemming te komen voor ons volgende avontuur: het Pirate & Treassure Museum. Ze hadden er veel werk van gemaakt door het leuk aan te kleden. Nederlandse musea zijn dan echt maar saai hoor! Een deel was nep, en een deel was echt oud. De bewegende en sprekende poppen (zelfs een lijk in een soort vogelkooi) waren erg levensecht. Als je daarvan kan spreken bij een lijk dan…

Terug naar het hotel vielen de eerste spetters alweer. Toch met goede moed het zwembad opgezocht, en jawel, de lucht trok helemaal open. Je krijgt wat je verdiend hebt zeg ik dan 🙂

Foto’s in het album USA 2013.

Port Vedra Beach

Het was prachtig weer toen we opstonden. En wat een ontbijt: je mocht zelf je wafels bakken, en een fruityoghurt als toetje. De wafels van Hans waren beter gelukt dan die van de dame van de ontbijtservice. Dat betekent dus dat Hans vaker de keuken in mag!

Even een stukje rijden van Georgia tot het strand in Florida. In de verte zagen we de regenbuien al ontstaan maar het was nog steeds mooi weer toen we over de Porte Vedra Boulevard reden. Wat een mooie huizen zeg. Enorme joekels, met een privéstrand erachter. Het Walhalla voor de rijken. En om het nog mooier te maken waren er ook een paar privé clubs aan het strand. Het gepeupel zoals wij moest gewoon een mijl of wat uit de bebouwde kom naar het strand waar je moest betalen voor het parkeren (deze keer maar 3 dollar i.p.v.50), maar waar verder niks was: geen wc, ijsjes of zelfs maar prullenbakken. Dus koelbox mee en het strand op. Heerlijk. Lekker hoge golven en wij hadden volop zon. Op een gegeven moment zagen we een man die beet had met zijn hengel. Paula riep voor de grap: “Een haai!” en dat was het nog ook. Een héél klein zandhaaitje of zo. 😉  Maar op dat moment zag Paula dus echt een vin. Nog eens goed kijken en ja hoor, daar nog één. Gelukkig bleken het dolfijnen te zijn. Echt gaaf!

Inmiddels werd de lucht wel steeds dreigender en besloten we maar terug naar de auto te gaan. Het begon harder te waaien, en de eerste spetters vielen al maar we zaten mooi in de auto voor het echt losbarstte.

Bij het hotel konden we meteen onze kamer in. Lekker hoor! Gauw douchen om het zand en zout af te spoelen. Alleen Wouter niet want die wilde nog gaan zwemmen. Een paar uur later hebben de mannen dat dan ook gedaan. Een heerlijke, ontspannen dag.

Foto’s in het album USA 2013.

Darien

Vandaag zouden we van South Carolina terugkeren in Georgia. De lucht was bewolkt maar niet donker toen we halverwege de rit een Walmart indoken op zoek naar strandlakens en een ouderwets fotorolletje voor de onderwatercamera. Toen we de Walmart wilden verlaten, was het echter aan het stortregenen. We hebben even gewacht tot het wat minder hard leek te regenen voor we naar de auto renden. Helaas regende het toch harder dan verwacht en waren we dus toch doorweekt… Dankzij de airco droogden we in de auto snel op, maar buiten bleef het gieten. Sommigen zetten zelfs hun auto aan de kant van de snelweg omdat ze niet meer durfden te rijden.

Aangekomen bij Fort King George in Darien, was het gelukkig droog. Omstreeks 1720 hadden de Engelsen hier hun meest zuidelijke fort gebouwd. Dit was hier compleet gereconstrueerd. De paden en bruggetjes over het moerasgedeelte waren goed afgescheiden van het gebied ernaast; blijkbaar zitten er alligators. Die hebben we niet gezien maar het stikte wel van de kleine krabbetjes. Het fort bestond uit een sloot met een palissade en een aarden wal. In het fort stonden maar een paar gebouwen: het Blockhouse was om voorraden op te slaan, maar diende ook als verdedigingsbolwerk met overal kleine schietgaten en ruimte voor kanonnen. Verder een bakkerij, een smidse, wat schuurtjes/stallen en een groot gebouw waar de soldaten konden slapen. Op het moment dat we daar waren, begon het weer te gieten. Dus visten we een pak kaarten uit de rugzak om op de houten bankjes binnen lekker een potje ouderwets te klaverjassen.

Toen het even wat minder hard regende liepen we weer terug naar het visitors center. Fout! Weer begon het te gieten, dus weer werden we nat. Nu begon het zelfs te onweren… Dit gaf ons mooi de kans een praatje te maken met de dame achter de balie. Ze had een soort boswachtersuniform aan, dus durfde ik wel te vragen hoe die mooie bomen heten die we overal zagen staan. Zelfs in de middenberm van de snelweg stonden ze in volle glorie te bloeien.

 

Het zijn Crepe Myrtles. Ze zijn er in het wit, lichtroze, donkerroze/rood en nu zie ik op het Internet dat ze er ook in het paars zijn. De laatste dagen zien we ook steeds meer bomen met een soort mos dat als baarden naar beneden hangt. Die slierten wuiven prachtig met de wind mee. Dat is Spanish Moss. Het doet de boom geen kwaad want het haalt alle voedingsstoffen uit de lucht. Alleen als het teveel wordt, kan het de boom op een gegeven moment verstikken en dan halen ze het er vaak af. Van dichtbij heeft het een heel fijne structuur en een beetje een zilveren glans. Mooi! We hebben ook bomen gezien met een heleboel webben als een soort cocon. Maar dat is niet goed, dat schijnt door een soort kever of zo te komen…

In een filmzaal van het visitors center hebben we nog een filmpje bekeken over hoe de Engelsen, Spanjaarden en Indianen om het Fort vochten. De Schotten kwamen nadat de Engelsen zich hadden teruggetrokken naar het noorden en daarvan hebben we nog een klein huisje bekeken.

Het hotel is deze keer heerlijk schoon. Een verademing na het laatste hotel. Dus ondanks de wolken even een duik in het zwembad en lekker douchen. Heerlijk dat ze hier ook een wasruimte hebben. Voor een paar dollar kun je je kleren wassen, en daarna in de droger stoppen. Dus iedereen en alles is weer schoon. Hans ploft tussen de gameverslaafde kinderen op bed en heeft even de gekke 5 minuten. Welterusten!

Foto’s in het album USA 2013.

Charleston

De wekker liep vroeg af, want we konden maar tot 9 uur aan het ontbijt. Op dat moment stortregende het, maar gelukkig was het even later al weer droog.

De planning was om vanmorgen naar het vliegdekschip de USS Yorktown te gaan en ‘s-middags het strand op te zoeken. Vanaf allerlei bruggen die over het water en over elkaar lopen, konden we de USS Yorktown al van verre zien liggen. Wat een grote boot, eh… schip. Voor we erop gingen werd er nog even een foto gemaakt voor een groen scherm, daarna mochten we erop. In de hangar werden we welkom geheten en kregen we een routekaartje. Er waren 6 routes. De gids raadde ons aan eerst route 3 (het dek) te doen, want het was op dat moment droog. Dan route 1 want daar konden we zien hoe de bemanning leefde op het schip. Er was ook nog een film (met airco) voor als we moe waren, en de andere routes konden we dan nog doen als we er nog zin in hadden. Alle routes begonnen en eindigden in de hangar, dus dat was superhandig.


Eerst even een foto van de jongens in een vliegtuigje, daarna met route 1 via allerlei akelig steile trapjes naar boven. Het dek deukte in als wij eroverheen liepen. Nee, dat lag niet aan ons gewicht, want de jongens hadden het ook! Vroeger was het dek van hout. Later hebben ze er metalen platen overheen gelegd. Op het dek stonden allerlei vliegtuigen uit verschillende tijdsperiodes. Bijzonder om te zien hoe die vleugels ingeklapt konden worden zodat er meer in de hangar en op het dek pasten. Via de stuurhut weer naar beneden. Wat ik heel bijzonder vond: de kapitein zat in het voorste gedeelte met goed zicht op de zee maar de stuurman zat in een hokje erachter en zag zelf maar bar weinig. De stuurman moest in dit geval dus letterlijk blindelings vertrouwen op zijn kapitein.

Route 1 leidde ons naar de verblijven van de bemanning. Van buiten is het een enorm schip maar van binnen had de bemanning maar bar weinig ruimte. We moesten ook vaak bukken om ons hoofd niet te stoten. Er was wel van alles: een ruimte om groente schoon te maken, een slagerij, een bakkerij, een ziekenboeg (met stapelbedden, daar zou ik niet onderin willen liggen met een zieke boven me…) en zelfs een tandartsruimte. Natuurlijk ook een eetzaal en slaapverblijven. Hier en daar stonden poppen om het wat realistisch te maken. Leuk! Het was wel erg warm beneden (arme soldaten!) dus maar even afkoelen in de theaterzaal.

De man bij de ingang had ons goed ingelicht, want de puf was er wel uit na deze routes. Via het downtown Charleston, waar ontzettend mooie karakteristieke huizen staan, gingen we terug naar het hotel. Tijd voor een smeerbeurt met factor 30 en op naar het strand. Het weer leek nog steeds niet mooi. Af en toe vielen er zelfs spetters op de voorruit maar we wilden gewoon even afkoelen. En op het strand was het gewoon mooi weer omdat de wolken pas boven het land ontstonden. Gauw een parkeerplek gezocht, en het water in. Het water was echt superwarm. Daar kan geen tropisch zwemparadijs tegen op. En golven! Soms wel 1,5 meter hoog. Wouter werd af en toe gewoon omver gegooid. Genieten dus.


Toen we terug gingen stond ons nog een verrassing te wachten: Er zat een parkeerbon onder de ruitenwissers omdat we niet parallel aan de rijbaan hadden geparkeerd, maar een beetje schuin. 50 Dollar in te leveren in een dropbox in de City Hall. Dat hebben we maar braaf gedaan, anders wordt het cadeautje dat het autoverhuurbedrijf van onze creditcard afhaalt nog veel groter…

Even douchen, eten, verhaaltje schrijven en klaverjassen. Morgen naar Darien over de “Jasper Highway”…

Foto’s in het album USA 2013.

Reisdag

Over vandaag valt niet veel te vertellen. We zijn vanmorgen vertrokken vanuit Atlanta met als bestemming Charleston, van Georgia terug naar South Carolina. Een rit van 284 miles, oftewel 457 km. Vanaf nu worden de ritten een stuk korter en het relaxen langer. Dat moet ook wel want de temperatuur gaat oplopen.

Overigens zaten we vanmiddag nog wel even in een enorme regenbui. Zulke buien heb je bij ons maar zelden. Aan het wegdek te zien was het daarvoor al flink warm geweest want toen het stopte met regen zag je het water verdampen en reden we af en toe door een soort wolkjes van verdampend regenwater. Even verderop waren de straten al droog maar zag je aan de plassen dat het er ook geregend had. Buitje voor het stof zullen we maar zeggen 😉

We zaten vandaag dus het grootste deel van de dag in de auto, maar die had zelfs op de achterbank een aansluiting voor de 110V stekkers die ze hier gebruiken. Dus… wereldstekker erin, daarin onze eigen verdeeldoos (zoals we dat ook in het hotel steeds doen om 6 apparaten op te laden) en de boys konden de hele reis met telefoon en iPod spelen. We hebben ze niet gehoord…

Vlak bij het hotel zat een “Ruby Tuesday” restaurant. Daar hebben we lekker spare ribs gegeten met brocoli, boontjes en iets van de salad bar. Heerlijk! Alleen jammer dat de ijsblokjes in de drankjes een beetje naar chloor smaken. Hiervoor gebruiken ze blijkbaar gewoon kraanwater.

Zo, de dag is weer om. Toch nog wat kunnen melden, maar niets om te laten zien. Foto’s hebben we niet gemaakt vandaag. Dat wordt morgen wel anders als we het vliegdekschip USS Yorktown gaan bezoeken.

Atlanta

Vanmorgen lekker ontbijtje gehad: American pancakes. Heel kleine, maar heel dikke pannenkoekjes. Daar gaan pollepels warme siroop over wat helemaal in de pannenkoekjes trekt. Mmmmm!

Op weg naar het Coca Cola museum moesten we goed op de weg letten. Er zijn 2x 6 rijbanen naast elkaar, met afritten links èn rechts. Wel mooi, zo’n grote weg richting het centrum van Atlanta met alle hoogbouw als richtpunt. Aangekomen moesten we via een parkeergarage een mooi parkje in. Dat hoorde al bij het Coca Cola terrein. Het museum zelf was erg mooi vorm gegeven. Binnen werden we met een groep op zijn Amerikaans opgewarmd: ‘I say COCA, you say COLA!’ ‘Coca….COLA, Coca…. COLA’. Toch wel leuk als je zo enthousiast ontvangen wordt. In 1886 is Coca Cola uitgevonden door Pemberton. Een ander heeft later het recept en alle patenten overgekocht. Het geheime recept ligt in een kluis die we mochten bezichtigen. Natuurlijk stapte Hans op de lijn waar je niet overheen mocht komen, en ging het alarm af. Oeps! Maar geen mannen met kogelvrije vesten en mitrailleurs, dus dat viel wel mee gelukkig. 😉

Uiteindelijk belandden we in het proeflokaal. Daar stond voor elk werelddeel een zuil waar je verschillende drankjes van Coca Cola zoals Fanta, Sprite, Aquarius, etc kon proeven. Daar zag je toch wel verschillende dranken die echt op andere volkeren zijn afgestemd.

Het laatste waar we doorheen moesten was de giftshop. Wat vervelend dat de mannen weer met wat shirts en een vest naar huis moeten gaan. Paula moest het doen met een surprise-tasje waar een blocnote met pen in zat. Ahhhhh.

‘s Middags lekker in het zwembad gehangen en net nog een potje klaverjassen gedaan. Zo komen we de dagen wel door. Morgen gaat het richting de kust en gaan we voor het eerst de Atlantische Oceaan aan deze kant bekijken. 🙂

Foto’s in het album USA 2013.

Jasper

Vandaag ging de reis naar Atlanta en kwamen we door het zuidelijkste deel van de Blue Ridge Mountains. De weg liep hierbij af en toe flink omhoog en omlaag, wat met de nodige oorklachten gepaard ging.

De Blue Ridge Parkway, die overigens in totaal ca. 750 km lang is, hebben we vandaag niet gereden. Hierdoor zou de rit veel te lang duren en we wilden op weg naar Atlanta nog stoppen bij een dorpje met de naam Jasper. Dit dorp, in de staat Georgia, is bijna 2x zo groot als ons eigen dorp, maar heeft wel zijn eigen Walmart Supercenter!

Uiteraard moesten we even een foto maken bij het naambord van Jasper. Rijdend door het dorp kwamen we, behalve een Coca Cola truck, de naam veelvuldig tegen: Jasper Dental, Jasper Middle School, Jasper Drug Store, Jasper City Park, … Wij, behalve Jasper uiteraard, waren dit al snel beu, en omdat het in de verte ook begon te onweren zijn we doorgereden richting Atlanta.


Naarmate we dichter in de buurt kwamen van Atlanta werd het duidelijk dat dit een enorm grote stad is. Met 6 rijstroken naast elkaar ging het richting Atlanta. En met auto’s die links en rechts mogen passeren is dat toch even wat anders dan op het gemak over de Blue Ridge Parkway rijden.

Bij het hotel aangekomen hebben we ons snel omgekleed en zijn we het zwembad ingesprongen. Langzaam nam ook hier de bewolking toe en bij het horen van het eerste onweer in de verte zijn we er weer uitgegaan. Blijkbaar was het slechte weer ons achterna gekomen. Op een gegeven moment kwam het water zo hard naar beneden dat we al voorstelden om de naam Atlanta maar om te dopen in Atlantis. Gelukkig hebben we een kamer op de 4e verdieping dus dat zit wel goed! 😉

We besloten in het hotel te dineren. Veel keus was er niet, maar we kwamen er toch uit. De steak van Jasper was 2x zo dik als die van Hans, en dus hartstikke rauw aan de binnenkant terwijl we well done besteld hadden. Wij hebben niet geklaagd, Jasper kon hem toch niet op, maar aan het gezicht van de serveerster te zien heeft de kok flink op zijn … gekregen! 7 dagen onweer noemen ze dat toch? Ik hoop het niet want zoals het nu tekeer gaat buiten vind ik voor 1 avond wel genoeg.

Na het eten even wassen. Lekker handig dat je dat gewoon zelf kan doen in een aparte ruimte. Alle was van de afgelopen week paste in de trommel. Wasmiddel erbij en 39 minuten wachten.  Het was niet allemaal brandschoon maar wel weer even fris. Daarna alles in de droger en nog een uurtje wachten. Helaas was het niet door en door droog, en het nog een uur laten draaien durfde ik niet. Dus nu hangt heel de hotelkamer vol met (onder-)broeken en shirts. Een bende! Hopelijk is het morgenochtend droog voor de roomservice komt 🙂

Foto’s van Jasper in het album USA 2013.